Beeldrecept #2 – Waterdruppels fotograferen

Water kent een ongekende schoonheid. En hoe tof is het om dit water op een spectaculaire manier vast te leggen? Ontdek hoe eenvoudig het is om dansende druppels en waterkegeltjes op een indrukwekkende manier vast te leggen. Gewoon thuis in de keuken.

Benodigdheden

De waterbak

Allereerst bouwen we de opstelling, waarbij de waterbak de belangrijkste schakel is in het gehele proces. Doel is straks om de dansende druppels te fotograferen, zonder dat je de randen van de bak gaat zien. Hierbij is het belangrijk dat de bak tot aan de rand wordt gevuld of dat zelfs het water er nog net een beetje overheen sijpelt. Zo vallen de randen weg en is er een volledig wateroppervlak. Vul de bak dus goed en zorg dat vooral de achterste rand het liefst overloopt. Dat overlopen kun je regelen door de bak iets achterover te laten hellen. Plaats simpelweg hiertoe iets onder de voorste pootjes. Bang voor een natte boel? Leg een grote handdoek onder de waterbak.

Kies het liefst voor een zwarte bak. Zwart werkt met het water als een spiegel. Zo zie je straks zowel de druppel als de achtergrond in volle glorie terug in de weerspiegeling van je opname. Zwarte verfbakjes werken fantastisch!

De zwarte waterbak vul je het liefst tot over de achterste rand

Achtergrond

De volgende stap is het plaatsen van een achtergrond. Dit kan simpelweg een vel A4 papier zijn. Iets met een kleurverloop werkt erg goed. Zoiets is eenvoudig in Photoshop of een ander grafisch programma te maken. Ook zullen achtergronden met kleurverlopen als afbeeldingen op internet te vinden zijn. Print zo’n verloop uit en plaats deze achter de waterbak. Het hoeft geen hoogwaardige print op speciaal fotopapier te zijn. De details vallen weg, gezien de achtergrond straks in de achtergrondonscherpte valt.

Druppels

Dan het hoofdingrediënt: de druppels. Hiertoe kun je meerdere dingen gebruiken. Zo staan er speciale druppelmachines die je hiervoor kunt inzetten. Maar wil je het simpel houden en een goedkopere oplossing nastreven, dan werkt een boterhamzakje met een klein gaatje ook prima. Wij kozen in onze opstellingen voor het simpelste van het simpelste: het ophangen van een drijfnatte doek. De druppels vallen daarmee in een mooi ritme naar beneden.

Flitser

Voor het maken van mooie druppelfoto’s heb je een flitser nodig, die je los van je camera kunt gebruiken. De flitser komt dus los naast de waterbak te staan en wordt aangestuurd met een zogeheten trigger. Dit soort triggersets kun je voor een paar tientjes al kopen.

De plaatsing van de flitser komt erg nauw. Het belangrijkste hierbij is dat de flitser niet uitgericht wordt op de plek waar de druppel valt. Juist dan zullen de foto’s flets en niet mooi worden. Richt juist daarom de flitser op de achtergrond. Dat klinkt vreemd, maar het licht wordt straks via de achtergrond weerkaatst op je onderwerp. En juist door de zwarte bak krijg je op die manier niet alleen een perfect uitgelichte waterdruppel, maar ook een perfecte reflectie.

De flitser gebruik je op de manuele stand. Dat betekent dat je zelf de flitskracht instelt, variërend van een waarde van 1/1 tot 1/128. Hierbij geeft 1/1 de sterkste flitskracht en 1/128 de zachtste. De meeste flitsers zet je op de manuele stand met de mode-toets, maar dat kan uiteraard per flitser verschillen. Sla dus indien nodig de gebruiksaanwijzing van je flitser er even op na.

De foto’s maken

Laat de flitser nog heel even op uit staan. Pak je camera en zet deze op je statief. Werk op de M-stand en zet je ISO op 100 of 200. Zet de sluitertijd op 1/200e seconde en het diafragma op een waarde van f/11. Zorg dat er zo min mogelijk omgevingslicht is. Dus vermijd direct licht van een raam en schakel lampen uit. Maak een foto. Als je de flitser inderdaad nog uit had staan, dan zal je foto zwart of nagenoeg zwart zijn. Perfect! Nu weet je dat alleen de flitser nog de enige lichtbron is die invloed heeft. Tijd om nu de echte foto’s te maken.

Stel scherp op de plek waar de druppels vallen. Als de doek stil hangt, vallen de druppels iedere keer op dezelfde plek. De automatische scherpstelling zal je in de steek laten, dus schakel om naar manueel scherpstellen. Houd een hulpmiddel, zoals een pen, op de plek waar de druppels vallen. Stel scherp op de pen. Klaar? Haal de pen weg en kom niet meer aan je statief en draai niet meer aan de scherpstelring van je camera. De focus blijft nu keurig op dezelfde plek. Je hebt immers met de hand scherpgesteld.

Zet nu je flitser aan en stel de sterkte in op bijvoorbeeld 1/16. Maak een test foto. Teveel licht? Zet de flitskracht lager. Te weinig licht? Zet juist dan de flitskracht hoger. Kom in ieder geval niet meer aan de instellingen van je camera. Het licht regel je nu nog uitsluitend met de flitskracht van de flitser.

Is het licht naar je zin? Dan is het schieten maar! Je zult vele foto’s moeten maken. Je zult merken dat de timing erg belangrijk is. Dus niet ieder foto zal meteen een voltreffer zijn. Maar er zullen vast hele toffe exemplaren tussen zitten. Belangrijk is om goed te kijken naar de druppel. De druppel valt, raakt het water, maakt een krater en zakt door de krater naar beneden. De krater sluit zich en veroorzaakt een kegel met daarboven één of meerdere druppels die ontstaan zijn door het dichtslaan. Dát is het moment dat je moet toeslaan. Druk dus niet te snel af.

Let daarnaast ook goed op je standpunt. Hoe lager je over het water heen fotografeert, hoe hoger de druppel lijkt te komen. Ga je daarentegen te laag zitten, dan zie je te weinig terug van de reflectie. Experimenteer er dus flink op los!

Een eindresultaat met de eerdere getoonde opstelling

Soortgelijke artikelen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2022 Klikx - Alle rechten voorbehouden.